Vanaf de start hield Marc Márquez zijn voorsprong vast, terwijl zijn broer Álex vanaf de zesde plaats op de grid een geweldige start maakte. Na de eerste bochten bestond de kopgroep uit Márquez, Di Giannantonio, Bezzecchi en Zarco.

Aan het einde van de eerste ronde was de volgorde: Márquez, Di Giannantonio, Bezzecchi, Álex Márquez, Bagnaia, Zarco.

In ronde 4 kwam het eerste grote moment - Pedro Acosta crashte vanaf de 6e plaats. Vooraan veranderde er ondertussen niets en Marc Márquez behield zijn voorsprong op Di Giannantonio en Bezzecchi. Álex Márquez viel van achteren aan, met Bagnaia op de vijfde plaats.

Halverwege de race had de leider een voorsprong van ongeveer 2,5 seconden en had hij alles onder controle. Maar kort daarna sloeg het noodlot toe - in ronde 16 crashte Di Giannantonio, even later gevolgd door Johann Zarco.

Met hun terugtrekking werd de volgorde van de race herschikt: Marc Márquez leidde voor Bezzecchi, Álex Márquez, Bagnaia en Quartararo. Maar het drama bleef - in ronde 21 viel Marco Bezzecchi ook uit vanaf de tweede plaats.

De race veranderde toen in een echte overlevingstest - in de volgende ronden kwamen Ai Ogura, Joan Mir en Lorenzo Savadori ook ten val. Na 22 ronden waren er nog maar tien rijders over op de baan.

In de slotfase werd het rustiger en Marc Márquez pakte comfortabel de overwinning in zijn 200e MotoGP-race. Het was zijn zevende overwinning van het seizoen (de negende op de Sachsenring!), waarmee hij zijn voorsprong in het kampioenschap uitbreidde naar 83 punten.

Álex Márquez eindigde als tweede en Francesco Bagnaia werd derde vanaf de tiende startplaats. De beste niet-Ducati-rijder was Fabio Quartararo op de vierde plaats. Fermín Aldeguer eindigde als vijfde.

Slechts tien rijders haalden de finish. Naast de top vijf finishten ook Luca Marini, Brad Binder, Joan Mir, Raúl Fernández en Álex Rins. De Grand Prix van Duitsland werd gekenmerkt door een ongewoon hoog aantal valpartijen.

Race resultaten: