Nadat Alex Albon en Carlos Sainz respectievelijk de 12e en 13e plaats op de grid hadden bemachtigd, bleek uit routinecontroles van de FIA na de kwalificatie dat de opening van de DRS-sleuf op beide FW47-machines de maximaal toegestane limiet overschreed.

Volgens artikel 3.10.10g van het technisch reglement van de Formule 1 mag de DRS-klep in uitgeschoven toestand niet verder openstaan dan 85 mm. Technisch afgevaardigde Jo Bauer van de FIA bevestigde dat beide auto's deze limiet hadden overschreden aan de buitenste randen van hun achtervleugels, waardoor ze niet aan de regels voldeden.

Williams verklaarde dat de eigen metingen voorafgaand aan de sessie aantoonden dat de onderdelen binnen de wettelijke tolerantie vielen, wat duidt op een mogelijke discrepantie tussen de interne meetapparatuur en die van de FIA. Het team betwistte echter niet de procedure van het bestuursorgaan of de nauwkeurigheid van de bevindingen.

In plaats daarvan accepteerde Williams de verantwoordelijkheid en erkende dat de achtervleugels van beide auto's niet voldeden aan de reglementen. Als gevolg daarvan pasten de FIA-stewards de standaardstraf toe voor een technische overtreding, namelijk een volledige diskwalificatie van de kwalificatieresultaten.

Hoewel beide coureurs nog steeds mogen deelnemen aan de Grand Prix, zullen ze achteraan starten. In een verklaring na de uitspraak toonde Williams Team Principal James Vowles zich diep teleurgesteld over de uitkomst en benadrukte dat het team niet uit was op enig prestatievoordeel.

"Dit is een bittere teleurstelling voor het team en we onderzoeken met spoed hoe dit heeft kunnen gebeuren", aldus Vowles. "Op geen enkel moment waren we op zoek naar een prestatievoordeel en de achtervleugels hadden eerder op de dag onze eigen controles doorstaan, maar dit is slechts één meting die telt en we accepteren de uitspraak van de FIA volledig."